Spelbeschrijving

Jagen, troeven en slagen

Geschreven door    Jeroen Stap

Introductie: Zoals de titel al aangeeft is dit een slagenspel. De spelers proberen zoveel mogelijk punten te verzamelen.

Voorbereiding: Bij 3 spelers worden de speelkaarten met waardes 1, 6 en 12 uit de stapel gehaald. Schud de stapel en elke speler krijgt 12 kaarten. De 4 troefkaarten worden ook geschud en als overlappende stapel open neergelegd. De bovenste kaart is de troefkleur voor de eerste ronde, de tweede kaart voor de tweede ronde, etc.

Een spelbeurt: Het spel wordt gespeeld in 4 rondes, waarbij telkens 12 slagen verdeeld worden onder de spelers. De startspeler komt uit met een kaart, de andere spelers moeten kleur bekennen. Kunnen ze geen kleur bekennen, dan mag worden ingetroefd. De slag gaat naar de speler die de hoogste kaart heeft gespeeld, indien er troefkaarten zijn gespeeld, dan gaat de slag naar de speler van de hoogste troefkaart. Groot verschil met de meeste slagenspellen is dat elke speler tijdens de eerste 3 rondes een maximum aantal slagen mag halen. Bij 3 spelers mag elke speler 4 slagen halen, bij 4 spelers slechts 3 slagen. Een speler die al zijn slagen al heeft gehaald speelt nog gewoon mee, maar zijn kaarten hebben per definitie de laagste waarde. Als een ronde is uitgespeeld telt elke speler het aantal sporen op de verzamelde kaarten en het aantal kleuren van zijn kaarten. De score van die ronde is het aantal kleuren vermenigvuldigt met het aantal sporen. Sporen staan alleen op de kaarten 5 tot en met 9. Hierdoor kun je met hoge kaarten dus wel makkelijk een slag slaan, maar is het nog maar de vraag of je daar punten mee wint.

De 4e en laatste ronde geldt de regel van het maximum aantal slagen niet meer, en wordt ook niet gespeeld om zoveel mogelijk sporen te verzamelen. In plaats daarvan proberen de spelers nu zoveel mogelijk slagen te halen waarbij de verschillende dieren verschillende aantallen punten opleveren. Elke wolf 1 punt, moeflon 2 punten, wilde zwijnen 3 punten en beren 4 punten. De score van de vierde ronde is gewoon de optelling van deze punten.

de 4 diersoorten

Het einde: Na de vierde ronde worden de punten van alle rondes bij elkaar opgeteld. De speler met de meeste punten wint het spel.

Waardering: De belangrijkste onderscheidende eigenschap van dit spel is natuurlijk het vaste aantal slagen dat je doorgaans haalt en de puntentelling. Hierdoor is het niet klakkeloos een kwestie van hoge kaarten spelen voor de waardevolle slagen. Jagen is daarmee een leuk kaartspel met een originele twist. Met de niet al te lange speelduur een prettig spelletje voor tussendoor. Tussendoortje.

Opmerking Jeroen: Kaartspelletjes waarbij het draait om slagen halen, we kennen er al heel veel. Ze lijken in grote lijnen vaak sterk op elkaar en het zijn dan de kleine verschillen die voor een nieuwe spelbeleving zorgen. Zo ook bij Jagen. De kaarten zijn van stevige kwaliteit en ook het doosje is van stevig karton met een praktische vakverdeling zodat de kaarten niet los door de doos zwerven. Enige vraag die je kunt stellen is of de wereld wel zit te wachten op nogmaals een slagenspel, maar die keus mag ieder voor zichzelf maken.

Enkele pluspunten: degelijk materiaal, prima tussendoortje, leuke twist. Een minpunt is dat het gewoon weer een slagenspel is.

Strategie: Je moet goed opletten om zoveel mogelijk verschillende kleuren te pakken, en daarbij ook nog eens veel sporen en dat alles met maar 3 of 4 slagen. Een handige tactiek kan zijn om te proberen zo laat mogelijk je slagen te pakken, omdat veel spelers geneigd zijn de waardevolste kaarten te bewaren tot het einde. Als alle spelers die tactiek volgen gaat dat natuurlijk ook weer niet goed.

Links: