Spelbeschrijvingen

Grand Prix

Het doel: Door het samenstellen van sterke racewagens zoveel mogelijk wedstrijdpunten verdienen.

De middelen: Elke speler krijgt 4 kaarten. In de komende vier ronden probeert hij door middel van het wisselen van kaarten een zo sterk mogelijke racewagen samen te stellen. Een racewagen bestaat uit een carosseriekaart, een bandenkaart, een motorkaart en een coureurkaart. Na deze vier ronden worden de racewagens van de coureurs tegelijk bekend gemaakt. De sterkte is de som van de 4 uitgespeelde kaarten. Hoe sterker de combinatie, hoe hoger je eindigt. Bij een gelijke stand, is de waarde van de coureur bepalend. Als je geen complete racewagen kunt samenstellen, dan neem je aan deze race niet deel.

carosseriekaart

Specials: Wanneer de carosseriekaart, de bandenkaart en de motorkaart dezelfde waarde hebben, dan is deze combinatie altijd 21 punten waard, ongeacht de waarde van de kaarten. Daarbij wordt dan nog de waarde van de coureur geteld. Bij vier dezelfde kaarten (dus inclusief coureur) is de totale combinatie zelfs 28 punten waard.

bandenkaart

Wisselen: Als je aan de beurt bent, mag je 1 van de volgende 2 acties doen:

1. Het open wegleggen van 1 van je kaarten en het trekken van 2 nieuwe kaarten. De nieuwe kaarten mag je trekken van de open stapels of van de gesloten stapel. De 4 open stapels zijn gesorteerd naar soort.
2. Geen kaart wegleggen, maar wel 1 nieuwe trekken (van een open of de dichte stapel)

Elke beurt krijg je dus 1 extra kaart. Na 4 beurten heb je 8 kaarten, waaruit je je racewagen samenstelt. De overige 4 kaarten bewaar je dus voor de volgende race. Een open kaart die je trekt, is altijd de bovenste van een van de stapels. Van de soort waar je zojuist een kaart van hebt weggelegd, kun je dus geen kaart pakken.

Race: Van tevoren worden net zoveel scorekaarten omgedraaid als er deelnemers zijn. De winnaar krijgt de hoogste scorekaart en zo omlaag verdient elke deelnemer dus punten. Als je echter niet kunt racen, kun je ook geen punten verdienen.

scorekaart

Einde: Zodra alle scorekaarten op zijn, is het raceseizoen over. Wie de hoogste totaalscore met zijn scorekaarten bij elkaar heeft gespaard, heeft gewonnen.

Waardering: Een simpel spelletje, waar je toch veel plezier aan kunt beleven. Je moet goed opletten wat de andere spelers voor kaarten pakken en op de juiste momenten een sterke racewagen inzetten. Dus toch nog het nodige denkwerk tijdens dit tussendoortje. Zeker de moeite waard !

Opmerkingen: Het spel is goed doordacht, zodat elke race een winnaar kent. In de spelregels wordt echter niet de mogelijkheid vermeld dat 2 spelers aan het einde van het seizoen evenveel punten hebben verzameld. Wie heeft er dan gewonnen ? Ik zou zeggen, degene die dan de hoogste scorekaart er tussen heeft zitten.

Strategie: Ik heb het nog niet vaak genoeg gespeeld om daar een oordeel over te geven. Het speelt in ieder geval wel heel anders met 2 spelers, dan bijvoorbeeld met 4 of 5. Het is zaak in de juiste races toe te slaan. Dat wil zeggen de races, waarin grote puntenverschillen mogelijk zijn. Daarnaast moet je erg voorzichtig zijn, met het wegleggen van speelkaarten. Daarmee vergroot je namelijk de kansen voor je tegenstanders. Maar aarzel niet om het af en toe te doen, om zelf 2 kaarten te kunnen trekken.

by Ronald Hoekstra - 1999