Spelmagazijn > Nederlands > Menu > Spelbeschrijvingen > De Pedaalridders |
Spelbeschrijving
Titel: De Pedaalridders / Der
Ausreisser Ontwerp: Tekeningen: Michael Ryba Producent: PS Games / FX Schmid Aantal spelers: 2-6 spelers Leeftijd: vanaf 8 jaar Speelduur: 15 minuten Taal: Nederlands / Duits |
De Pedaalridders / Der Ausreisser
Spelmateriaal: 84 snelheidskaarten van 39 t/m 50 km/u met grappige afbeeldingen. 5 bergkaarten, 5 tegenwindkaarten en 5 sprintkaarten. 1 houten steen (de gele trui), 20 blauwe fiches en 20 rode fiches |
de houten gele trui steen
Introductie: Wielrennen op een andere manier: snelheidskaarten, sprints en beklimmingen moeten tactisch slim uitgespeeld worden om krachtensparend in de luwte te rijden. Wie lost loopt achterstand op. Er kunnen meerdere etappes worden verreden. Wie brengt de gele trui over de finish ?
een tegenwindkaart en de achterzijde van de kaarten
Voorbereiding: Iemand krijgt de gele trui toebedeeld. Alle kaarten worden geschud en iedereen krijgt er 6. Eventueel ontvangen tegenwindkaarten mogen worden ingeruild voor nieuwe kaarten. De achterstandsfiches worden terzijde gelegd. De rode fiches tellen elk voor vijf blauwe fiches.
Een spelbeurt: Als een speler aan de beurt is, trekt hij eerst een kaart van de stapel en vervolgens legt hij een snelheidskaart voor zich neer. Als de getrokken kaart een tegenwindkaart is, moet deze direct worden neergelegd en er wordt een nieuwe kaart getrokken. Deze tegenwind geeft 1 beurt lang aftrek op de snelheid van de speler. De speler met de gele trui bepaalt de huidige snelheid.
de laagste snelheidskaart
Peloton: Een speler in het peloton volgt de snelheid van de leider en mag zelfs maximaal 2 km/u langzamer rijden om te kunnen volgen. Lukt dit niet, dan raakt de speler achterop en krijgt zoveel fiches als het verschil in snelheid. Voorbeeld: Als de gele trui drager 45 km/u rijdt en de speler rijdt 41 km/u dan krijgt hij 4 fiches (= minuten achterstand). Een speler die niet meer in het peloton rijdt profiteert niet meer van de zuiging van het peloton en moet dezelfde snelheid als de leider rijden om bij te blijven. Voorbeeld: De gele trui drager rijdt 45 km/u en een achterblijver rijdt 44 km/u dan loopt hij toch weer 1 fiche achterstand op.
het tempo gaat omhoog
Kop over nemen: Een speler die in het peloton zit en sneller dan de koploper rijdt, haalt hem in en krijgt de gele trui. Alle volgende spelers moeten nu zijn snelheid volgen. Het tempo zal dus opgevoerd gaan worden. Zodra de koploper weer aan de beurt is, mag hij zelf de nieuwe snelheid bepalen. Hij kan het dus ook weer lekker rustig aan gaan doen (zonder de koppositie te verliezen), maar wie weet wordt hij dan wel weer ingehaald.
doortrappen!
Achterblijvers: Rijders die hebben moeten lossen kunnen proberen hun achterstand goed te maken, door sneller te gaan dan de leider. Daardoor wordt het aantal fiches verminderd, totdat weer aansluiting bij het peloton is. Achterblijvers kunnen nooit in één keer hun achterstand goedmaken en meteen de kop over nemen. Ze moeten altijd eerst aansluiten bij het peloton.
Hindernissen: Als een speler vergeet een nieuwe kaart te pakken, dan mag hij deze niet meer aanvullen. De rest van het spel speelt hij dus met een kaart minder en dat is niet gemakkelijk ! Een tegenwindkaart komt altijd onverwacht. Houd daar rekening mee.
een bergkaart en een sprintkaart
Specials: Naast de tegenwindkaarten, zijn er ook bergkaarten en sprintkaarten. Een sprintkaart kan een speler naast een snelheidskaart uitspelen en zo een bonus van 2 km/u verdienen. De maximale snelheid is echter 52 km/u en in de bergen zelfs maar 50 km/u. Een bergkaart wordt niet in de eigen beurt uitgespeeld, maar in de beurt van de leider. Zodra de leider zijn snelheid bekend maakt, mag je eventueel een bergkaart bij hem neerleggen. Deze blijft de hele ronde bij de leider liggen. In de bergen geeft het peloton geen zuiging (je mag dus niet langzamer dan leider om bij te kunnen blijven) en tevens kan er op de smalle bergweggetjes niet worden ingehaald.
de hoogste snelheidskaart
Het einde: Zodra een speler de laatste kaart van de stapel pakt, moet hij nog een kaart uitspelen en daarna is de race beëindigd. De gele trui drager is nu de winnaar. Eventueel kunnen meerdere etappes worden gereden, waarbij het totaal van de achterstand wordt genoteerd en opgeteld. De koploper krijgt bij de finish in dat geval 1 minuut korting op zijn score.
Waardering: Een echt gezelschapsspel. Niet al te veel denkwerk, hoewel je wel moet opletten. De spelers leven echt mee en er kan veel bij gelachen worden. Een etappe duurt niet te lang, dus er kunnen meerdere etappes worden gereden. Ook voor tussendoor een erg gezellig spel. Ondanks het gebrek aan niveau is dit spel erg goed en leuk. Een topper.
Opmerking Spelmagazijn:
De achterstand in de spelregels wordt in minuten uitgedrukt.
Misschien zijn seconden wat toepasselijker. Het pakken van een kaart moet aan
het begin van de beurt gebeuren. Als een speler dit vergeet, kan hij deze nog
aanvullen voordat de volgende speler aan de beurt is. Het is echter veel
spannender als dit moet gebeuren vóórdat hij zelf een kaart legt. Dat maakt de
spanning veel groter en vooral de hilariteit bij de andere spelers als hij het
mocht vergeten. In de Nederlandse spelregels is dit uiteindelijk als
standaardspelregel opgenomen.
Eindelijk een Nederlandse editie van dit leuke kaartspelletje. De kaarten in de Nederlandse editie zijn wel van een iets mindere kwaliteit. Ze zijn slapper en je kunt er met tegenlicht doorheen kijken. De afbeeldingen zijn gelukkig hetzelfde gebleven. De waarde staat nog steeds alleen linksboven aan de kaarten, wat voor sommige spelers een probleem is. Op de houten gele trui steen staat geen afbeelding van een trui meer.
Strategie:
Een echte strategie kun je niet aangeven, maar er zijn wel
enkele tips. Het is helemaal niet erg om in het begin van de etappe wat
achterstand op te lopen. Dat is soms beter dan meteen al je hoge kaarten te
verspelen. En als je eenmaal achterstand hebt en de leider doet het even rustig
aan, vergeet dan niet om meteen een bergkaart te spelen ! Niemand kan dan de
leider inhalen en dus zal het tempo van het peloton ook niet omhoog gaan. Je
hebt dan even de tijd om in te lopen. Ben je zelf leider en de finish nadert ?
Maak er dan een bergfinish van. Het maakt dan niet meer uit hoe hard (of
langzaam) je rijdt, want niemand mag je inhalen. Bij 6 spelers heb je aan 3
bergkaarten genoeg voor de laatste 21 kaarten. Voor de andere spelers is het dus
zaak op tijd de kop over te nemen om dit te voorkomen. Maar neem je te vroeg de
kop over, dan kun je wel eens net te kort komen !
Varianten
:Links:
Spellink (in een nieuw venster) voor andere recensies over De Pedaalridders.
Naar overzicht van spelbeschrijvingen
|